15 - Akoestiekleer
Hoofdstuk 15 - Paragraaf 8
15. Akoestiekleer

15.8 Frequenties

Volwassen kunnen van 20- 16000 Hz waarnemen, kinderen zelfs 20.000 Hz. Bejaarden horen gemiddeld nog 6000 Hz.

Toon, klank en geruis:
Een toon is een enkelvoudig geluid, een klank is het als de bovenharmonischen(deeltonen) goed hoorbaar zijn naast de staande golf. Pp spelen geeft eerder een toon als klank. Ff spelen geeft veel boventonen. Geruis krijg je als de aangebrachte trilling niet goed overeenstemt met de staande golf, suizen, ruisen etc. zijn het gevolg. Een microfoon werkt als het oor. De membraan van de microfoon werkt als het trommelvlies. Testen met condensatormicrofoons toonden aan dat er geen lucht nodig is om een geluid op te wekken in Brass.
Trillingen persen koolstofkorreltjes samen of bewegen kleine spoeltjes in duurmagneten heen en weer. Daar komt geen lucht aan te pas. De geluidsterkte is afhankelijk van de trillingsuitslag, de amplitude.

Bij ff is eer een grote en bij pp een kleine amplitude. 8000 Hz kan zeer doen aan de oren, en onweer geeft zo'n 50- 200 Hz te horen. De maat voor de getransporteerde energie heet Phon.

Het gehoor kan ongeveer waarnemen van waar het geluid komt. Het draaien van het hoofd is daarvoor nodig. Blinden kunnen geluidstrillingen en resonantie beter inschatten. Vleermuizen zijn er erg goed in met behulp van de voor ons onhoorbare geluiden /echolood mogelijkheden.


15.8 Frequenties