Hoofdstuk 7 - Paragraaf 8 |
7. Borstkas & wervelkolom/>
7.8 Adem-centrum
De belangrijkste zenuwcentra voor de adem liggen in de medulla oblongata. Het verlengde merg. Hier wordt de automatische afwisseling voor in-en uitademing geregeld.
Er zijn 2 reverberatiecircuits, die reciprook en elkaar afremmend, in beurtelingse activiteit met elkaar zijn verbonden. Als de inademing plaatsvindt zullen de centra voor de uitademing geen of minder activiteit ontplooien en omgekeerd.
Wanneer de zenuwactiviteit voor de inademing is opgebruikt treedt die van de uitademing in werking, dit misschien onder invloed van Adenosine TriPhosphaat of andere transmitterstoffen.
Hoger in de hersenstam , in de pons, liggen echter nog het apneustisch en het pneumotactisch centrum en die twee hebben een hogere invloed op de twee reverebatiecircuits voor de ’gewone’in- en uitademing.
Het apneustisch en het pneumotactische centrum hebben een regulerende invloed op bijvoorbeeld ademdiepte en frequentie. Tot op zekere hoogte is een een bewuste beïnvloeding van de ademhaling mogelijk, zoals bijvoorbeeld bij het blazen op een instrument, het opblazen van een Medizin- of skippybal, luchtbed etc.
Ook andere perifere invloeden kunnen de ademhaling verder mede regelen , zoals bijvoorbeeld het koolzuurgehalte in het bloed.
Tijdens fysieke inspanning wordt de regeling van de adem zorgvuldig ingesteld: frequentie, diepte, duur etc etc. Daarbij speelt ook de emotie een belangrijke rol:
“Zij slaakte een zucht van verlichting…”
“De adem stokte in zijn keel toen hij hoorde dat zijn moeder was overleden..”
En zo zijn er vele uitdrukkingen die
van de invloed van de ademhaling door de emotie getuigen. Hyperventilatie kan ook met sterke emotionele veranderingen te maken hebben.
De basisfunctie van de adem werkt automatisch, je kunt hem niet zelf stopzetten. Deze prachtige basisfunctie is onherkenbaar zodra we ons gaan inspannen met andere ademfuncties werkend:
Spreken, zingen, glasblazen, brass- and woodplaying, kaars uitblazen, blazen voor afkoeling van een verbrand stukje huid etc.
Er treedt een geheel andere adempatroon op, denk maar aan het spelen van een extreem lange toon, of circular breathing, adem inhouden onder water.
Elke pauze in die activiteiten wordt aangewend om snel en diep in te ademen. Bij het musiceren, spreken en zingen liefst zo onhoorbaar mogelijk. De psyche en de wil spelen hierbij een belangrijke rol: “Waar zal ik in deze phrase ademen..?” Een verkeerde wijze van ademen, het verkeerd inschatten van het ademmoment kan leiden tot vervelende zaken zoals hyperventilatie.
Technische info:
De binding van O2 aan het hemoglobine bevordert het vrijkomen van CO 2 uit het bicarbonaat in plasma en erythrocyt, en uit het hemoglobine.
Het omgekeerde: Het vrijkomen van CO2, uit het bloed bevordert de binding van O2 aan het hemoglobine.
Het vrijkomen van O2 in de weefsels bevordert de binding van CO2 aan hemoglobine en in de vorm van bicarbonaat in plasma en erytrocyt.
De binding van CO2 in het bicarbonaat bevordert het vrijkomen van )2 uit het hemoglobine.
Bij arbeid, zoals bij het blazen, ontstaat een echte hyperventilatie (niet het syndroom) en hierbij daalt de alveolaire pCO2 en stijgt de alveolaire pO2 enigszins, door de grotere diffusiekrachten zijn alle processen versneld. In de weefsels heerst bij arbeid een lagere pO2 en een hogere pCO2, zodat hier ook alle processen versneld zijn.
Klik op het plaatje om te vergroten
Schema’s fysiologie van prof.dr.Ben van Cranenburgh (Stichting Iton).
Ventilatie-circulatie-diffusie:
De longblaasjes functioneren optimaal als ventilatie circulatie en diffusie opelkaar zijn afgestemd.Het HbO2 percentage van het bloed dat het longblaasje verlaat is 100%., en pO2 van ongeveer 100 mm Hg en een pCO2 van 40 mmHg.
Vanuit de bronchiale circulatie vindt er echter steeds een veneuze bijmenging plaats.Deze wordt gevormd door de takken van de aorta die de bronchieën en longweefsel zelf van bloed voorzien, dus een onderdeel van de grote circulatie.Deze bijmenging wordt afgevoerd via pulmonale aderen en dat is dan ook de oorzaak van de verminderde arteriële Hb saturatie vermindering naar iets lager dan 100%.
Deze veneuze shunt bedraagt veelal ongeveer 2% van het hartminuutvolume. De circulatie van het longgedeelte is afhankelijkvan de positie, liggend onder of boven het hart. In de longtop is de intracapillaire bloeddruk vrijwel nihil, in de longbasis 20 à 25 mm Hg. In de longtop vindt de ventilatie ogenschijnlijk voor niets plaats, dwz de ventilatie-circulatieratio is groter dan één. Deze fysiologisch dode ruimte wordt dus wel geventileerd maar niet gecirculeerd.
Vooral brassplayers moeten de longtoppen altijd goed vullen met lucht tijdens de inademing.
Bij arbeid, het blazen bijvoorbeeld, maar ook in liggende houding verandert de situatie, door de hogere bloedruk wordt de longtop geventileerd én doorbloed en nemen de verschillen in ventilatie-circulatie ratio af.
Bij COPD, longemfyseem, cystische fibrosis etc. is de ventilatie-circulatie-diffusie ratio ten aanzien van de O2 saturatie verstoord. Zie pag.64 van Schema’s Fysiologie
van Prof.Dr.Ben van Cranenburgh Stichting Iton.
Door blazen treedt geen longemfyseem op, wel door roken.
|