| Hoofdstuk 13 - Paragraaf 10 | 
	
	
		13. De lippen/> 
		 
		 
		13.10 Floating Lips
		  
 
Wibi Soerjadi: Floating hands Wibi zond ons deze foto voor bij het hoofdstuk floating lips.
 
   
 
    
Klik op een plaatje om te vergroten 
 
Floating Lips 
Wibi Soerjadi ontwikkelde het systeem floating hands, gebaseerd op de theorie van één van zijn leraren. Door zijn polsen iets te draaien, met zijn toucher uitgaande van de composities en niet van het pianospelen . Rekening houdend  met de onderliggende  tweetraps  bouwtechniek van toetsen, via hamer naar snaar komt hij tot een fluwelen toucher waarbij de handen over de toetsen zweven, drijven als het ware. 
 
En zo is het ook met  de lippen mogelijk het perfecte spelen op een koperen blaasinstrument, te bereiken. Bijna  de volmaakte beheersing van alle registers, alle technieken etc. 
 
Floating Lips is een door mij ontwikkelde uitdrukking voor een techniek waarbij volledig vrij trillende lipflappen door de luchtstroom in voorwaartse richting worden gestuwd, maar door de elasticiteit van het spier- en huidweefsel verend in terugwaartse richting . Het spelen moet ahw  vanzelf gaan zonder speciale aandacht voor wat er in het mondstuk gebeurt. Dat moet volledig automatisch gaan en dat kan alleen als je speelt met open kaak en mond. 
 
Deze heen- en weer gaande beweging van de lipflappen wordt dan talloze keren herhaald  tijdens het spel. Indien wordt voldaan  aan de volgende regels kan in principe iedereen op elk gewenst brass instrument dit  Floating Lips effect bereiken en daarmee  het instrument volledig beheersen. Luister naar 49.3. Het centrum van de lipopening moet open zijn, zo ver als mogelijk, terwijl d emondhoeken”vast”staan. Zie hoofdstuk 35. 
 
MOND OPEN 
De mond moet geopend zijn tijdens het blazen:  Speel met open  mond en niet met geknepen lippen. Pursed Lip  Play is dus  absoluut fout.  Smile & Press zijn het gevolg. Spelen in het middenregister is dan vaak wel mogelijk, maar freely blowing in het lage en extreem lage register is 
De onderkaak moet zo ver mogelijk worden opengezet. Bovendien verdient elk toonsverschil een andere kaakopening. 
 
KEEL ROND EN WIJD 
Zowel bij in-als uitademing  moet de mondkeelholte in de phonetisch gesproken ÔH stand staan (spreek uit als het Engelse Awful!) Hoofdstuk 11  En 47. 
 
NEK GESTREKT 
Spelen met een gelordotiseerde nek maakt  het voorgaande onmogelijk. Dus strek de nek zonder de kin in te trekken.hoofdstuk 7.2 
 
VOLDOENDE LUCHTAANVOER 
Bij elke inademing moet je volledig inademen, zie buikribinademing, lees hoofdstuk 5.Ook de longtoppen volgooien met lucht. 
 
      
Klik op een plaatje om te vergroten 
 
ADEMSTEUN Zonder een continue ademsteun en ademstroom zijn FLOATING LIPS ONDENKBAAR 
 
Het kiksen, braam op de toon, geknepen toon, squeezing etc.  zijn het gevolg van onvoldoende ademsteun.Hoofdstuk 5, 6 en 7. 
 
PROTRACTIE VAN DE ONDERKAAK IS EEN MUST Voor de een wat meer voor de ander wat minder.Speel je met een geretracteerde onderkaak dan gaat de mondkeelopening weer “op slot” 
Squeezing is het gevolg. Met veel kunst – en vliegwerk lukken veel tonen nog wel maar zonder de nodige klankrijkdom.Hoofdstuk 12. 
 
MONDHOEKEN CENTREREN EN OMLAAG BRENGEN. 
 
Zie hiervoor NONBUZZ 35. 56.1 en 56.2 
 
TRAINING KEELOPENEN 
Extreem veel spelen met breath attack, legato, doodlen etc.zijn onontbeerlijk om de lucht goed door te laten stromen. Zie PDF op de Homepage. 
 
Speel veel uit het hoofd, door teveel  lezend van muziek af te spelen raakt je aandacht afgeleid van je fysieke training. 
 
BEKKENBODEM 
Die dient aangespannen te zijn tijdens het spelen. 
 
Door enerzijds te trainen met de BucketBall, met je instrument voel je als van zelf wat er gebeurt met je uitademspieren als je van toon verandert.Als je een hoge toon speelt na een lage , voel je direct wat er met bekkenbodemspieren gebeurt.(8.0)(55.1/2/3) 
 
Het komt hier op neer: 
 
Het blazen is als het gebruik van een fietspomp, waarbij het einde van de pomp steeds wijder wordt, tot het gaatje waardoorheen  de lucht moet (boring van het mondstuk) 
 
MONDSTUK 
 
Het mondstuk dient op 2/5e op de bovenlip te staan en 3/5e op de .onderlip of ½ ½ . Door het mondstuk te hoog op de bovenlip te plaatsen, ontwikkel  je de onderkaak niet. Bovendien is dystonie op den duur niet ondenkbaar.28. 
 
Bovendien is laag spelen moeilijk en met kunst en vliegwerk, verplaatsen van het mondstuk tijdens het spelen, lukt het dan nog wel. 
 
Hoog spelen lukt uiteindelijk niet goed door onvoldoende inbreng van de onderkaakspieren, met name de 4 kauwspieren en de kinspieren alsmede mondhoek-omlaagtrekkers (depressoren). 
Een te klein mondstuk makt het spelen met open mond en kaak moeilijk en floating lips zijn hier ondenkbaar. 
 
Een te groot mondstuk leidt tot teveel luchtverlies en stemmingsproblemen.Hoofdstuk 10. 
 
De afweging van het kiezen van rim,  rimbreedte,  rimcontouren, cupdiepte, boring, venturi en backbore zijn van belang. 
 
Mondstukaanmeten is geldverspillen, ik herhaal het hier nog maar eens, en  is louter gebaseerd op gebakken lucht en gebrek aan embouchurekennis.
 
  |