13 - De lippen
Hoofdstuk 13 - Paragraaf 18
13. De lippen

13.18 Snijtanden

Dan nog even dit: van doorslaggevende betekenis zijn de snijtanden en wel de precieze afstand tussen de boring van het mondstuk(het gaatje en dan het nauwste punt) en de snijtanden. Die precieze afstand bepaalt voor een groot deel de stemming van het instrument. De inclinatiehoek derhalve speelt een enorme rol. Hoe staan de snijtanden, naar voren, naar achteren, recht, staan ze scheef? Dit is een derde dimensie in het hele stroboscoop gebeuren. In elk geval moet ook naar de stand van de snijtanden gekeken worden evenals hun lengte etc.

Met name rare bijgeluiden als sissen, ruisen kunnen hierdoor worden veroorzaakt, door gebitsproblemen. Ook al is de blazer al jaren aan het spelen. Er verandert geleidelijk aan iets in het gebit: botdikte, stand van de kaken door andere oorzaken. Door training worden de lippen dikker en de afstand van boring van het mondstuk en de snijtanden verandert. De werveling van de lucht over de snijtanden, samen met de werveling over de lippen maken de resultante van de gezamenlijke turbulentie of turbolentie (eigen naam ervoor).

Hoe sterker het Edge tone principe van Richardson, geldend voor de tanden hoe meer dat mogelijk gecompenseerd moet worden indien de toon te scherp wordt, zoals bij tanden die recht staan of zelfs naar achteren. Die compensatie vindt dan plaats door minder strak gespannen lippen. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook. Staan de tanden te ver naar voren dat wordt de toon minders scherp en je hebt meer moeite om de hoogte in te komen.





Inclinatiehoek der snijtanden en embouchure, de relatie

De tanden maar verder ook het hele gebit zijn van belang voor de embouchure.

Alle tanden en kiezen zijn van belang voor de steun aan de overliggende spieren. De druk van mondstuk en spieren op de kaken zijn ook van belang voor de botdichtheid en de kracht van het bot. Als je niet speelt zullen de kaken wellicht eerder slinken, er treedt atrofie op van het bot, zoals het met alle botstukken is als daar geen gewicht of kracht op wordt uitgeoefend. Zodra je met een kunstgebit gaat spelen wordt de kracht van je embouchure in de meeste gevallen minder. Spelen met hogere drukken op kleinere instrumenten wordt lastiger. Een praktijkvoorbeeld is:

1. Bij een Brassbandkampioenschap speelde een topband in Utrecht een stuk waarin een trombônesolo zat. Toen de overigens prima trombonist begon, raakte zijn gebit iets van haar plaats en er kwam geen noot meer. De band, een kampioenskandidaat in de hoogste afdeling, kon naar haar titel fluiten.

2. Een ander voorbeeld komt uit mijn praktijk van Institute For Brassplayers en speelde al uit mijn tijd in Berlikum Friesland. Een bevriende dirigent stuurde een vrouw naar mij toe van ongeveer 35 jaar met een althoorn. Na ons inleidend gesprekje zette zij het instrument aan de mond en inderdaad: een ongedefinieerd brassgeluid ontsteeg de beker, samen met flinks wat suizen en ruisen. Aanvankelijk kwam ik er maar niet achter wat de oorzaak was maar na een paar minuten zei ze:

“Sinds ik myn tosken kwyt bin wol het net mear sa bot…..”. Haar snijtanden waren getrokken en verder was er niet in vervanging voorzien. Een harde les voor mij. Dit artikel maakt duidelijk waarom.

3. Een derde voorbeeld is van mijn oude, helaas overleden leermeester Jelle Kuipers van het Frysk Orkest. Hij sukkelde op gegeven moment met de snijtanden, zijn toon werd wat onduidelijker/ ongedefinieerder en begon bij de tandarts stukjes kunststof cq metaal aan de achter kant/ ondertop van zijn snijtanden plakken. Zodoende werd de inclinatiehoek stomper en de toon en aanzet helderder. Dat heeft hij verschillende keren laten doen. Hoewel hij zelf nog nooit van een inclinatiehoek had gehoord begreep hij wel direct wat er aan de hand was en wat je eraan kon doen.

Hij begon zelf te experimenteren o.a. met stukje kauwgum die hij nog als extra achter de toppen van zijn snijtanden aan de achterkant plakte. Ook begonnen zijn snijtanden boven, enigszins van elkaar te wijken, hetgeen suizen en ruisen bevordert.

Door de top van de onderkant ietsje dikker te maken werd de toon milder, logisch : minder hoektoon.

Ook startte hij met het uitboren van mondstukken en met name in de boring ervan. Honderden dure mondstukken lagen doelloos in een bak. In principe zocht hij, net als bij zijn tanden, een oplossing in de luchtwervelsnelheid. Maar door de boringen uit te boren werd de turbulentie juist minder en verzwakte zijn toon juist. Maar leerzaam was het wel, vooral voor mij. Ik was toen al aan mijn eerste boeken begonnen, op zijn advies.

Hij begon de tandarts frequenter te bezoeken maar geleidelijk deed de leeftijd het embouchure afbrokkelen en konden de mondkringspier, en alle omringende(tandwiel-spieren), de trompet niet meer de baas. Wat overbleef voor hem was een repiano-cornet bij het Heidebloempje Harkema, maar dat duurde ook niet lang meer.

De snijtanden zijn van belang voor de werveling van lucht eroverheen waardoor via het edge-tone principe van Richardson. In het algemeen gaan we ervan uit dat de afstand van de snijtanden tot aan de boring van het mondstuk mede bepalend is voor de stemming.

Zowel de snijtanden als de lippen worden gebruikt om de toon te stileren. De lucht wervelt eerst over de snijtanden en meteen in combinatie daarmee ,over de liptoppen.

Deze twee beïnvloeden elkaar, onwillekeurig. Of liever: automatisch.



Is er een scherpe inclinatiehoek dan is er sprake van minder werveling en zal de toon minder scherp zijn, met minder boventonen. Om dit te compenseren zal de blazer de lippen (mond- en kaakembouchure) sterker moeten spannen en de embouchuremechanismes intensiveren om hieruit weer meer boventonen te krijgen. Bijvoorbeeld door de mond-keelopening nauwer te maken, de tong platter etc. om een snellere luchtstroom te krijgen.



Is de inclinatiehoek stomper zoals in 28, dan zal er meer edge tone zijn vanaf de snijtanden en kunnen de lippen iets relaxter worden gebruikt. Maar nogmaals: alles heeft te maken met het gehoor van de muzikant en ook met de opvattingen van de leraar/dirigent.



Naarmate de inclinatiehoek nog stomper is, de snijtanden kunnen zelfs naar achteren staan, zal dit via de snijtanden een scherp geluid geven, nasaler, harder etc. Als compensatie zullen de lippen dikker gemaakt (gespannen) moeten worden en zodanig aangespannen dat het geluid wordt gecompenseerd.

Ga niet zelf experimenteren bij een tandarts. Met kauwgum natuurlijk wel. Dan heb je een idee welke kant het op moet gaan. Maar allereerst zal naar de embouchure moeten worden gekeken. Zie ook hoofdstuk 60.1 .

-

Klik op een plaatje om te vergroten.


13.18 Snijtanden