9. Houdingstips musici/>
9.5 Cellisten/slagwerkers
Cellisten zitten achter hun instrument. Zij moeten rechtop zitten, met de kruin omhoog, zoals beschreven in de DLB, ook uit oogpunt van resonantiespreiding. Houd de schouders laag, maar niet te laag, omdat anders beide plexi (zenuwvlechtwerken uittredend uit de halswervelkolom) teveel gerekt worden. Houd de schoudertoppen niet naar voren, maar naar achteren. Probeer de schouderbladen, die alleen met spieren en banden aan borst, sleutelbeen en bovenarm vastzitten, naar elkaar toe te houden. Speciale oefeningen, zoals met een dubbelhandige trekveer, bieden uitkomst.
Voor beide armen geldt dat men de kromming van ellebogen en polsen eerlijk moet verdelen, zodat niet al te snel cellistenkramp optreedt. Via de steun onder de cello kan men de hoogte van de te plaatsen linkerhand regelen. Die moet je dus zo hoog of laag maken dat je de linkerelleboog niet al te zeer hoeft te buigen. Dit is voor veel cellisten misschien een eye-opener. De rechterarm kan zo ook meer ontspannen het strijkwerk doen.
Contrabassisten staan achter of naast hun instrument. Zij moeten niet te lang met het hoofd schuin voorovergebogen staan.
Slagwerkers:
Drummers zijn zoveel in beweging dat ze wel moeten opletten waarop ze zitten. De lendenwervelkolom moet niet bol staan, dus in anti-lordose. Te lang gebogen zitten, kan uiteindelijk een hernia van de tussenwervelschijf als gevolg hebben. Voor slagwerkers geldt dat het instrumentarium op goede hoogte moet staan.
|