1. Ruimte in de keelholte is nauw.
2. Tongbeen staat in de achterste en laagste positie.
3. Tongachterkant staat verder naar voren dan bij het blazen.
4. Ruimte tussen tongachterkant en de achterwand van de keelholte is hier op zijn grootst.
5. Tongheuvel verloop vrij vlak.
6. Voortanden van de bovenkaak vallen over die van de onderkaak heen.
Trompettist bij zeer hoog spel. N.B.: De zwarte elementen tussen de kaken zijn implantaten e.d.
Trompettist (hans) bij laag spel. Alle foto's zijn gemaakt in het Bonifatius Hospitaal te Leeuwarden.
De tekeningen in de foto's zijn van Hans.