4 - De clinic
Hoofdstuk 4 - Paragraaf 2
4. De clinic

4.2 Longen & houding

2. De gaswisseling.
In de tweede plaats komt aan de orde bij welke houding de gaswisseling in de longen het meeste effect heeft. Belangrijke zaken hierbij zijn de snelle ‘onhoorbare’ ínademing en de gedoseerde uitademing. De longinhoud is niet zo belangrijk, wel hoe we controle kunnen uitoefenen op de uitstromende lucht. Daar zijn natuurlijk wel grenzen aan. Dit heeft te maken met de resonantiesterkte en de kwaliteit van de resonantie die door de gezamenlijke lichaamsholtes wordt geproduceerd. De één seconde waarde (ESW) en de vitale capaciteit (VC) zijn wel van belang.

Tijdens de clinics demonstreer ik beide en worden testen en oefeningen gedaan. De houding, maar ook de klankvorming, zijn mede afhankelijk van de stand van de voeten, en zelfs van het schoeisel dat je draagt.

3. De stand van knieën, heupen en bekken.
Doordat we voor de ademsteun onder meer de bekkenbodemspieren nodig hebben, is de bekkenpositie van belang. De DLB is hier deels van afhankelijk. De positie van het bekken staat direct onder invloed van de hele lichaamshouding, van de voeten tot het hoofd. Zelfs de stand van de ogen heeft ermee te maken. Tijdens het behandelen van dit onderwerp komt bijvoorbeeld de hoogte van de muzieklessenaar aan de orde. Dit is allemaal het gevolg van de halsopricht-, nek- en andere wervelkolomreflexen die bij een baby al bepalen hoe het bewegingsapparaat en de ademhaling zich zullen ontwikkelen.

Tijdens het inademen en blazen is de invloed daarvan bepalend voor het functioneren van alle ademspieren en tevens medebepalend voor welke klank we produceren. Dat wil zeggen dat ik aan de houding, dus van tevoren, al kan zien welke soort klank er geproduceerd gaat worden, en ook dat er mogelijk een belangrijke verbetering kan worden bereikt.


Contrôle van de ademhaling.
Met dank aan CIBA -Frank Netter M.D.


4.2 Longen & houding