24 - Vibrato, glissando
Hoofdstuk 24 - Paragraaf 3
24. Vibrato, glissando

24.3 Doo-dle technique

De doo-dle technique moet je beheersen om jazz te kunnen spelen. Anders swingt het niet en blijf je de zogenaamde fanfarejazz spelen. Niets ten nadele van onze fantastische fanfares in Nederland.
Conrad Herwig zegt het volgende erover in een artikel van Bob Bernotas: “Als je de doo-dle technique niet beheerst kun je nooit snel jazz spelen.”

Gewone tongslag:
De attack is met de T of D
De rebound met G of K

Samen krijg je dan het bekende tu ku-tu kuh of liever to koh-to koh to of duh guh-duh guh.

Triple tongslag tu tu kuh-tu tu kuh is ons allen welbekend.



Klik op het plaatje om te vergroten


Helaas ligt de attack op de To en niet op de Koh c.q. Do en niet op de Go.

De T vraagt een tongpuntaanzet achter de snijtanden. De K een aanzet met de tongrug tegen het harde verhemelte. Ons ook allemaal bekend. Tot zover deze aanzet.

Echter je houdt een stijve aanzet, niet lekker los en je kunt er geen jazz mee spelen. Vooral niet in een dubbel tempo of double time.

Doodlen maakt double time spelen vloeiend, swingend en soepel komend en overgaand uit het single time idioom naar het double time idioom.

Het verschil tussen dubbele tongslag en doodlen:
In dubbele en triple tongslag heeft de rebound en luidere syllabische benadrukking. In het doodlen zijn de dominante consonant ook wel de medeklinkers D of T maar de rebound is L (‘UL’) Combineer je deze consonanten met de series van de klinkers A-E-I-O-U dan krijg je DA-DLE, DI-DLE, DOE-DLE, DO-DLE, et cetera.

Deze fonetische truc kun je droog trainen overal, zonder mondstuk en instrument maar natuurlijk ook met. Steeds 4 keer herhalen en eventueel afsluiten met den T, dus Toonstopping aan het eind zo nodig.
Hiermee wordt de tong veel flexibeler dan als alleen spelend met de klassieke aanzetten. Conrad beveelt ook het trainen met de metronoom aan,vooral ook het langzame eerst natuurlijk. Als je met de normale aanzetten al heel snel speelt kun je dat met doo-dle 2x zo snel. Een fenomenale ontdekking dus destijds.

Praktisch is het nuttig de normale aanzetten te combineren met de doodle. Voorbeeld: dudududu-dudududu-dadledadle, dadledadle, dudududu-dudududu-dadledadle,dadledadle(dat).

Het gaat er hier om het ritme te herkennen, regelmaat aan te brengen in articulatie en uitvoering.
Oefen vooral de zwakke punten als je niet het verschil tussen single tonguing en doodlen kunt differentiëren. Dan weer langzaam beginnen natuurlijk.

Doodlen is een techniek die je niet continue gebruikt, het is een deel van je aanzetarsenaal.
In diatonische passages is in bepaalde stukken de tong alleen nodig om tonen te versterken maar in chromatische passages is doodlen natuurlijk fenomenaal om te versnellen.

Waar vinden de aanzetten plaats in de mond:
Doo Daa Di Doe Do met een niet scherpe tongpunt achter de snijtanden tegen de implant der tanden voor in de mond. De Dle Dla Dlo Dloe Dlie met een iets bredere en eveneens ronde niet gespitste tongpunt en aantal millimeters achter de D aanzet ,ook op het harde verhemelte. DUH LUH.

Met dank aan Bob Bernotas 1999 www.wnti.org en trbnplyr@aol.com.
Zie verder: www.trombone.org/articles/library/conradherwig-mc.asp.

Veel dank aan Bauke Kalma, bastrombonist en tubaïst van de Millenium Bigband van Joan Reinders. Hij attendeerde ons op Conrad Herwig's master class.


24.3 Doo-dle technique