7 - Borstkas & wervelkolom
Hoofdstuk 7 - Paragraaf 3
7. Borstkas & wervelkolom

7.3 Inademing

Inademen met een dikke buik is lelijk. Tijdens een solistenconcours, waar ik vroeger eens aan deelnam op de Eduard van Beinum Stichting in Queekhoven bij Breukelen, waren de fluitiste Abbie de Quant en ook Cecilia Oomen en vele anderen aanwezig. Het viel mij op hoe elegant die fluitisten ademden, terwijl ze toch veel lucht verplaatsten. Hun buiken zetten vrijwel niet op en het was duidelijk zichtbaar dat zij meer over de flanken en rug inademden, zoals het hoort. Dus het woordje ‘buikademhaling’ kan geschrapt worden. Overigens geldt voor alle musici dat men de genoemde ademhaling moet gebruiken, dus ook voor violisten, pianisten, etc. De reden daarvoor is dat via resonantie een beter contact met het instrument ontstaat en je een betere controle over het lichaam hebt en voorkomt dat je door bijvoorbeeld nervositeit gaat hyperventileren.



Het middenrif/diafragma is een koepelvormige dwarsgestreepte spier met een ronde peesplaat in het midden, waardoor de bloedvaten etc. lopen.


Costo-diafragmale inademing is buikribademhaling. Overigens kun je laag ademhalen, dus vooral met het middenrif, maar ook hoog, over de longtoppen die ter hoogte van de sleutelbeenderen liggen. Ook over één flank ademen kan goed, denk maar aan Louis Armstrong. Tijdens de clinics leer ik de blazers ook partieel te ademen, dus met enkele longdelen. Daarvoor gebruik ik longexpansieoefeningen. Die zijn bijvoorbeeld
handig na ribkneuzingen, e.d. en ook voor blazers die COPD patiënt zijn en in bepaalde longdelen teveel vocht hebben opgehoopt. De algemene opinie in vakbladen voor blazers, ook in Brass Bulletin destijds, is echter dat de inademing altijd een complete moet zijn.







7.3 Inademing