37 - Brass Instruments Pivot
Hoofdstuk 37 - Paragraaf 4
37. Brass Instruments Pivot

37.4 Kinspier en embouchure

Het probleem bij het pivoteren is en dan met name het downstreamen samen met pointing the instrument downward.

Het meeste zie je dat men hoog wil gaan spelen en dan de toevlucht neemt tot het downstreamen of pointing the airstream downward. Daarbij wordt het hoofd achterover getrokken, gekanteld in schedel/ halswervel en halswervelgewrichten. De nek komt in een lordoe te staan. Hierdoor treden halsoprichtreflexen op. Dat zijn automatisch optredende reflexen vanuit de nek. Ze treden op door de (afwijkende) stand van kapsels, banden etc. van de halswervelgewrichten. Doordat er een soort kramptoestand ontstaat worden automatisch de slik-reflexen in de keel geremd. Ook de mond- tongmotoriek wordt geweld aangedaan. Doe het zelf maar eens.

Doe je hoofd achterover en probeer:
- te slikken;
- oo te zeggen;
- snel in- en uit te ademen;
- De onderkaak naar voren te brengen.

Je merkt dat het moeilijker gaat naarmate de nek holler, lees ‘lordotischer’, wordt. Ook krijg je de onderkaak minder goed naar voren en wordt het moeilijk om de mondhoeken naar elkaar toe te krijgen. De keelopening wordt nauwer waardoor de lucht niet makkelijk passeert. Terwijl de laatste 2 onontbeerlijk zijn voor de koperblazer. Hierdoor staat de onderkaak dus automatisch, als vanzelf, meer naar achteren en daardoor wijst de receiver/leadpipe omlaag. De cylindrische instrumenten kunnen moeilijker horizontaal worden gehouden tenzij men het hoofd NOG verder achterover zet. Dat is niet de bedoeling.

Conclusie:
Vlak de nek, de halswervelkolom, af en breng de onderkaak naar voren. Hierdoor wordt het gemakkelijker de mondhoeken naar elkaar toe te brengen. Vooral de kinspieren, 2 stuks, lopende voor de snijtanden langs vanaf de mondkringspier naar de onderkaak.

Verborgen probleem
Bij veel blazers, en dan vooral bij de cylindrische instrumenten, is dat een groot probleem en zijn de beide kinspieren veel te zwak. Hierdoor snijdt het mondstuk sneller in de onderlip en geeft irritaties. Zodra er maar een pijntje optreedt zullen de hersenen direct een signaal geven naar de motoriek: “Stop met aanspannen”. De pijn zorgt voor een aanspan-afleerproces. Iets wat zeer doet, ga je niet herhalen. Vooral als je speelt met een retractie-onderkaak, naar achteren geplaatst dus, zullen deze problemen optreden.

Tips
- Zet het hoofd recht, kijk in de spiegel.
- Breng de onderkaak naar voren.
- Schuif de onderlip uit, dat is o.a. een kinspierfunctie.
- Nu voel je de mondhoeken aanspannen, fixeren.
- Houd die spanning vast en breng de onderlip terug.
- Zet het mondstuk nu op de mond, recht naar voren.
- Blaas alleen maar lucht erdoor.
- Dit is de juiste embouchure.

Lees hoofdstuk 35.


37.4 Kinspier en embouchure