28 - Dystonie
Hoofdstuk 28 - Paragraaf 5
28. Dystonie

28.5 Dystonie in de praktijk

Lessen en clinics.
Door intensief te studeren op al deze verschillende instrumenten met de daartoe behorende mondstukken, dempers (17) etc., leerde ik de problemen te onderkennen waarmee leerlingen, studenten maar ook leraren te maken hebben.

Ik geef een paar voorbeelden :
het komt regelmatig voor dat French Horn blazers tijdens de studie of vroeger of later in hun carrière moeten afhaken met dystonie (28).
Vooral in Duitsland en Spanje (Jaume Rosset, zie Google en Face Book)) komt dit veel voor maar ook in Nederland. Ook tijdens clinics (bv in Gramsbergen, recent, bij de Harmonie waar ik via Joan Reinders van de Millenium Bigband kwam) ) ontmoette ik meerdere hoornisten met grote embouchureproblemen, geknepen toon, verkramping rond de mond (dystonie-achtige klachten). Tijdens de clinic, in aanwezigheid van zo’n honderd muzikanten, verstrekte ik ze een paar grotere mondstukken, in dit geval Bruno Tilz D 4, 5 en 6.

Klank:
Extreem opvallend was dat hun klank direct verbeterde , veel groter werd en zij de lippen onder het mondstuk veel beter konden bewegen. Ook de klank werd ogenblikkelijk veel groter en toen ik mijn eigen hoorn er bij pakte en we wat accoordjes gingen spelen en de accoorden per speler gingen omkeren bleef hun aanzet en klank veel beter als voordat ze van mondstuk wisselden. In dit geval konden ze ook hun lucht veel beter kwijt,kiksten minder en speelden vloeiender legato. De geknepenheid verdween. Onnodige bramen op de toon eveneens.

Ademsteun:
Maar ook de ademsteun komt dan ineens veel beter tot haar recht omdat je jezelf niet in hoeft te houden, in de angst om te kiksen ( van de toon af te glijden). Je kunt dus veel flexibeler met je adem omspringen, bijsturen, inhouden etc.

Dystonie:
Ook privéstudenten , maar ook afgestudeerde professionals, op French Horn, die met dystonieklachten (28) via Kees Hein Woldendorp/ revalidatiearts voor muziek aan de Stichting Revalidatie Friesland , bij mij kwamen, speelden ALLEN op piepkleine mondstukjes.

Naar mijn mening:
Dé oorzaak van van verkramping en dystonie:
Je moet zo ongelooflijk veel moeite doen om van lage naar hoge tonen te komen, en omgekeerd ,kortom flinke intervallen foutloos spelen. Je moet mond, tong, keel en lippen als het ware in de raarste bochten dwingen. Het komt er op neer dat je met een zeer nauwe lipspleet, nauwe kaakopening, nauwe mondholte (tong zit in de weg) en nauwe keel moet spelen om die luchtstroom te produceren die voor die bepaalde toon nodig is qua snelheid, dat je bij de lagere en zeer lage tonen het mondstuk zelfs moet verplaatsen tijdens het spelen.

Sommige leraren propageren dat, ook omdat ze zelf nooit anders hebben geleerd en meestal zelf goed spelen. Ze zijn het dan niet met mij en de studenten eens en zeggen: ”Ja maar, Hans is geen hoornist”. Dat is een slechte dooddoener want ik speel o.a. het hoornconcert met brassband van Edward Gregson en alle Eb hoornconcerten van Leopold Mozart).
(Op Tenortrombône bv het Trombôneconcert met brassband van Erik Leidzén. In Fun4Tuba bewees ik op Bastuba makkelijk met de profs mee te kunnen (Erik Roelofsen c.s., Bauke Kalma).

Up-set embouchure:
Verschillende embouchure technieken, zoals van Philip Farkas, Hermann Baumann (+)passeren de revue onder andere het upsetembouchure, daarbij de mondstukring boven of onder half op de lip te plaatsen, om zodoende meer ruimte te krijgen in het mondstuk.
Vaak zijn hoornleraren verbaasd dat ik dit aandraag maar in de praktijk blijkt het veelal wél succesvol te zijn. Maar ik vind het verschrikkelijk om te zien dat een beroepshoornist(e) af moet haken na 6 (!) jaar studie. Ik heb zelf afgelopen jaar een geval meegemaakt dat een hoorniste een kaakoperatie moest ondergaan omdat volgens leraren en de haar behandelend artsen in samenspraak hadden besloten dat haar embouchure probleem door een verkeerd gegroeide onderkaak was ontstaan . Waarna er helemaal niets meer viel te spelen. Psychiaters moesten eraan te pas komen om deze ellende te kanaliseren.

Kiksen niet nodig:
Ook in korpsen en orkesten speelt dit probleem met de French Horn ook vaak een rol. De French Horn is berucht om het kiksen , maar ik weet absoluut zeker, dat de keuze van een groter en later een veel groter mondstuk, klank en intervallen verbetert en dystonie vaak voorkomt.
Ook het pivoteren(37) komt veel voor en niet alleen bij hoornisten.

Het grootste probleem, vooral bij kleine koperblazers is de retractie (12.6) van de onderkaak. Zoals je uitgebreid op de site kunt lezen, is dit misschien wel het grootste probleem, na foute ademhaling en ademsteun.

Je ziet het bij talloze bands en korpsen, de instrumenten cq leadpipes , wijzen naar beneden, terwijl de leadpijp vrijwel recht voor de mond moet staan. Straight streaming 37.3 en 13.4

Afgezien van de geknepen klank, soms van hele secties (bugels bij fanfares..) zullen blazers die met retractie en onvoldoende protractie spelen, nooit voldoende kracht ontwikkelen om de 4 kauwspieren om de onderkaak naar voren te bewegen (mm.pterygoïdeï) en vooral te weinig kracht zullen ontwikkelen in de kinspieren (m.mentalis). Zie hoofdstuk 1.

Wat nog heel veel voor komt is dat men blaast volgens de oorspronkelijke “ARBAN”embouchure techniek, terwijl Arban zelf dat nooit zo heeft bedoeld. Michel Ricquier ( zie brasslinks)2.4 heeft met Maurice André de Arbanmethode herschreven en dat daarin ook aangegeven.

De pursed lip embouchure. Men knijpt de lippen opeen in het mondstuk om zodoende het geluid te produceren. Lees hoofdstuk 15. De mond moet open , van piccolotrompet tot en met bastuba.

In dit verband noem ik nog het smile and press 13.6
Tenslotte:de stand van het mondstuk (10 en 12).
Het mondstuk kan het beste voor 3/5e op de onderkaak staan.2/2e mag ook maar in elk geval niet voornamelijk op de bovenkaak. (hoofdstuk 12 en 13) .Het mondstuk moet met de onderkaak meebewegen. De bovenkaak staat vast.

Vieze mondstukken en instrumenten:
Tip voor de technische commissies en besturen.

Tenslotte nog dit, het is banaal, maar het gebeurt toch:
Soms pak ik een instrument bij een clinic om eens te kijken waarom het soms zo slecht klinkt waarbij dan de oorzaak soms ligt in een vuil mondstuk (kijk er eens doorheen), een half dichtgekoekte leadpipe en andere ongerechtigheden.
Daarom: Mondstuk elke dag een heet afwasbeurtje, al raggend met soms wat ontkalker erbij. Het instrument moet elke maand helemaal uit elkaar en grondig gereinigd, ook antikalk.

Daarom beste brassfriends, want we zijn wereldwijd één grote familie, dat heb ik wel gemerkt de afgelopen 20 jaar, is het van belang dat een leraar meerdere instrumenten bespeelt, maar de blazer zelf ook. Om meer begrip te krijgen voor de embouchureproblemen, maar ook en vooral om beter te gaan spelen. En dan kun je het tot op zeer hoge leeftijd volhouden. Tegen de ouderen zou ik willen zeggen: Stop niet, maar ga intensief met de embouchure , mondstuk en instrument aan de gang, en meld je zonodig weer aan, bij een band.


28.5 Dystonie in de praktijk