16 - Akoestiek vervolg
Hoofdstuk 16 - Paragraaf 3
16. Akoestiek vervolg

16.3 Open kaak

Zogenaamde mondstuk aanmeters zijn je reinste oplichters omdat er volledig voorbij wordt gegaan aan deze natuurkundige principes. Talloze muzikanten die zich hebben laten gekmaken en naar een mondstukmeting kwamen, moesten na een korte periode constateren dat ze het vaak kostbare mondstuk net zo goed in het water hadden kunnen gooien. Het domste wat je dan doen kunt is om naar de volgende mondstukmeting te gaan. Ik daag muzikanten uit mij te mailen of ze wel of niet geslaagd zijn na een mondstukmeting. Dan maak ik het wel openbaar in mijn site. Ook de geslaagden, ik zou ze echter graag wel eens willen horen spelen. Want mondstukaanmeters kunnen namelijk zelf totaal niet blazen.

In mijn boekje Koperblazen in de Praktijk, bij Molenaar uitgegeven, hoewel ze zeggen er vrijwel nooit één van te verkopen, rara hoe kan dat Molenaar(?), staat met tekeningen duidelijk aangegeven dat de kaakopening van groot belang is.

Open de kaak, breng de onderkaak zo laag mogelijk en open de lippen. Maak de lippen dik en zet de mondhoeken vast in omlaag gevormde mondhoeken. Dat kun je bereiken door de stand van extreem laag spel aan te nemen en vast te houden, ook als je omhoog gaat.

'Koperblazen in de praktijk'
In mijn eerste boek Koperblazen, met de röntgenfoto's etc., zie je ook duidelijk dat de mond ver open staat. Zo ver als mogelijk, zonder van de 'toon af te glijden'. Ik zou de lezers van de site op willen roepen mij te melden wie allemaal het boekje 'Koperblazen in de Praktijk ', uitgegeven door Molenaar Wormerveer, daar hebben aangeschaft of elders. Dan kunnen Molenaar en ook ik, zien hoe goed of slecht dit boek de afgelopen 20 jaar is verkocht en dat geldt ook voor de Socratesmethode. Wie heeft dat boek?

Dus zuiver spelen is: beter luisteren naar je instrument ervan uitgaande dat je een goed instrument hebt. Geef een leerling dan ook geen pruts-toeter, dat verknoeit het gehoor en verpest de embouchure.


Een braam:

Een geluid dat onstaat door een discongruentie van geluidsgolven enerzijds komend uit de boring van het mondstuk en anderzijds(niet oveeenkomend
met) de staande golven met de daarbijbehorende en de daarbij behorende,
automatisch meeklinkende, bovenharmonischen in het instrument zelf.

Het is een tijdelijk probleem dat veroorzaakt wordt door de blazer zelf die de resultante van de aanvoer van de luchtstroom over keel, tong, tanden, lipspleet en mondstukboring opnieuw moet definieren( dus wijzigen en aanpassen) zodat deze golven wel gaan corresponderen . Dat duurt soms wel een paar weken.

De braam treedt dikwijls op:


  • na een lange periode niet te hebben gespeeld
  • bij het gebruik van een nieuw mondstuk
  • bij het spelen op een nieuw of ander instrument.


16.3 Open kaak