12 - Gebit en kaken
Hoofdstuk 12 - Paragraaf 4
12. Gebit en kaken

12.4 Snijtanden

De snijtanden spelen een enorm belangrijke rol bij de acceleratie van lucht naar de lippen toe. De snijvlakken van de snijtanden werken als een extra rand, die weer een ‘Edge tone’ geeft en de luchtstroom direct al van wervelingen en krullingen voorziet. Sissende geluiden maken geeft al een aanduiding van hun werking. In de lipspleet en de boring wordt de ‘Edge tone’, de spleettoon en wigtoon, versterkt.

In de praktijk zijn er genoeg blazers die tot schade en schande veranderingen bij een tandarts ondergingen en daarna maanden werk hadden om hun eigen toon weer terug te krijgen. Plak maar eens een stukje kauwgum achter de snijtanden, onder of boven. Daarom is het van belang dat je als serieuze blazer af en toe een afdruk van je gebit laat maken en die goed bewaart tot er iets gebeurt met je tanden. De kiezen stroomlijnen samen met het harde verhemelte en de tanden de mondholte.

De spieren die directe invloed hebben op de sluiting, zijn de twee uitwendige en twee inwendige kauwspieren (zie illustratie kauwspieren). Verder hebben ook de mond- en keelspieren invloed (zie het hoofdstuk over mondholte en keelholte). De halsspieren hebben mede invloed op de kaakopening, net als de mond- en keelholteverwijders of rondmakers. Dit is een uitermate ingewikkelde spierwerking. De onderkaak kan naar voren, achteren en zijwaarts bewegen, kantelen, open en dicht gaan en alle combinaties uitvoeren.



Samengevat: de kauwspieren en holtespanners vernauwen samen met de gezichtspieren de kaakopening voor het blazen en de hals- en tongbeenspieren en de keel- en mondholteopeners laten de vernauwing tot een zekere grens toe. Zij worden via de oren bijgestuurd als de toon of klank gaat afwijken.

Je moet de kauwspieren, etc. zien als agonisten en de anderen als antagonisten. Samen bereiken ze steeds een bepaalde positie, cocontractie geheten, die van toon tot toon verschilt. Ze houden elkaar in evenwicht. Doen ze dat niet, dan gaat de toon zweven.
Het gebit van de blazer moet drie keer daags gepoetst worden, inclusief het tandvlees, en men moet de halzen van de elementen goed soepel houden met stokjes, flos, e.d. Hierdoor wordt de bloedcirculatie geoptimaliseerd. Roken en het drinken van rode wijn kunnen tot tandvleesontstekingen leiden.




Dan nog even dit: van doorslaggevende betekenis zijn de snijtanden en wel de precieze afstand tussen de boring van het mondstuk(het gaatje en dan het nauwste punt) en de snijtanden. Die precieze afstand bepaalt voor een groot deel de stemming van het instrument. De inclinatiehoek derhalve speelt een enorme rol. Hoe staan de snijtanden, naar voren, naar achteren, recht, staan ze scheef? Dit is een derde dimensie in het hele stroboscoop gebeuren. In elk geval moet ook naar de stand van de snijtanden gekeken worden evenals hun lengte etc.

Met name rare bijgeluiden als sissen, ruisen kunnen hierdoor worden veroorzaakt, door gebitsproblemen. Ook al is de blazer al jaren aan het spelen. Er verandert geleidelijk aan iets in het gebit: botdikte, stand van de kaken door andere oorzaken. Door training worden de lippen dikker en de afstand van boring van het mondstuk en de snijtanden verandert. De werveling van de lucht over de snijtanden, samen met de werveling over de lippen maken de resultante van de gezamenlijke turbulentie of turbolentie (eigen naam ervoor).

Hoe sterker het Edge tone principe van Richardson, geldend voor de tanden hoe meer dat mogelijk gecompenseerd moet worden indien de toon te scherp wordt, zoals bij tanden die recht staan of zelfs naar achteren. Die compensatie vindt dan plaats door minder strak gespannen lippen. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook. Staan de tanden te ver naar voren dat wordt de toon minders scherp en je hebt meer moeite om de hoogte in te komen.


12.4 Snijtanden