10 - Het mondstuk
Hoofdstuk 10 - Paragraaf 2
10. Het mondstuk

10.2 Adaptatie

De functie van het mondstuk is adaptatie, aanpassing van de mond aan het instrument of omgekeerd. Enerzijds wil je een mooie klank in alle registers: het mondstuk moet samen met het instrument doen wat jij wilt. Anderzijds wil je het er ook lang op kunnen volhouden, vooral in de hoogte. Dat is de wensdroom van heel veel blazers, vooral van trompettisten.

De keuze van het mondstuk hangt ook af van de soort Embouchure die je gebruikt (zie het hoofdstuk over mondholte en lippen). Voor hoornisten is bijvoorbeeld de upset of set-up Embouchure bepalend voor de keuze van het mondstuk. Ook de functie die men in een orkest bekleedt en de soort muziek zijn van belang. Speel je de derde positie of de vierde of zelfs vijfde, dan ziet het mondstuk er anders uit en zal het meer geoutilleerd moeten zijn voor de lagere regionen. Omgekeerd zal het mondstuk kleiner van cup, boring en misschien zelfs contraboring zijn als men de eerste en tweede partijen speelt.

De twee in de Egyptische piramiden gevonden zilveren ītrompettenī van Toeth Ankh Amon kenden geen mondstuk, maar een soort verdikking waar men de lippen aan kon zetten.

Het moderne mondstuk bestaat uit zeven onderdelen:
.buitenrand
.ring (rim)
.binnenrand
.cup of double cup
.boring
.backbore
.stift




10.2 Adaptatie